Brief negen
Ik zal tunnels in mijn hoofd graven zodat de geluiden erdoor kunnen ontsnappen

Ik keek naar mijn moeder, die op een stoel zat in het midden van de gang, haar handen waren om haar houten wandelstok gevouwen, haar hoofd rustte op haar handen, en haar lippen prevelden en baden voor al haar kinderen, hun echtgenoten, hun kinderen en de kinderen van hun kinderen. Een hele stamboom aan kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen waar deze vrouw onophoudelijk voor bad zonder dat haar tong haperde en zonder ooit de moed te verliezen. Ze zei: ‘Blijf bidden, want God houdt ervan om onze gebeden te horen.’

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies. 

Scroll naar boven